Yeti: Verschrikkelijke sneeuwman of ‘gewoon’ een pinguïn van 2 meter?

Foto: Unsplash - Ian Parker

Vandaag neemt het Verhaal van de Dag je 107 jaar mee terug in de tijd, naar 14 december 1911, toen Roald Amundsen als eerste mens de Zuidpool bereikte. Een hele prestatie, zeker in de wetenschap dat hij en zijn expeditieleden met heel wat weerstand moesten afrekenen, zoals sneeuw en ijs, storm en ijsberen en… misschien wel reuze-pinguïns.

(tekst: Wim Meijer / foto’s: Wikipedia/Unsplash/Pixabay)

Leuke dieren, die pinguïns. Olijke kop, gemoedelijk waggelend, ogenschijnlijk onhandig maar superbehendig in het water. Maar stel dat je een pinguïn van 2 meter tegenkomt. Ongetwijfeld is die nog altijd minder dreigend dan een grizzlybeer, maar echt op je gemak zal je je niet voelen. Maar ach, waar maken we ons zorgen over? Waar vind je een pinguïn van 2 meter? Nou, dat zal ik je zeggen: op Antarctica!Pinguin van 2 meter
In 2012 hebben Argentijnse wetenschappers daar de fossiele resten gevonden zo’n superpinguïn. Het beestje was overigens wel al een tijdje dood; pakweg zo’n 34 miljoen jaar. Maar in de diepvries van de Zuidpool bleek hij redelijk goed houdbaar, alhoewel je over een redelijke fantasie moet beschikken om er een pinguïn in te herkennen. In ieder geval is deze vondst reden voor de Argentijnen op opnieuw een reisje Antarctica te boeken in de hoop daar nog meer overblijfselen te vinden van deze poolreuzen.Keizerpinguïn
Tot op heden was men ervan overtuigd dat de keizerspinguïn te grootste in zijn soort was. Een keizerspinguïn kan een lengte halen van ongeveer 1.20 meter. Dat is dus een kleine jongen in vergelijking met zijn nieuw ontdekte ‘uit de kluiten gewassen’ voorvader. Je kunt alleen maar hopen dat hun karakter net zo vriendelijk was als dat ze eruit zien. Want zelfs ‘bekvechten’ lijkt al niet een verleidelijke bezigheid met deze prehistorische poolbewoners.

Amundsen de eerste
Overigens is het niet waarschijnlijk dat er ooit een mens een dergelijke oer-pinguïn is tegengekomen, want de eerste mens bereikte pas op 14 december 1911 de Zuidpool. Het was de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen, die zich al sinds het eind van de 19e eeuw tot doel had gesteld om als eerste mens de zuidelijkste punt van de aarde te bereiken. Op de hielen gezeten door de Britse ontdekkingsreiziger Robert Scott slaagde hij in die opzet.

Amundsen kijken naar de Noorse vlag op de Noordpool in 1911

Nadat hij in 1912 was teruggekeerd van zijn succesvolle expeditie schreef hij een boek over zijn belevenissen. Daarna bleef hij als poolreiziger actief, met als verschil dat hij later gebruik maakte van een luchtschip. In 1926 vlogen hij en zijn Italiaanse collega en luchtschipbouwer Umberto Nobile met het luchtschip ‘Norge’  over de Noordpool.Reddingsvlucht
Twee jaar later keerde Amundsen niet terug van een reddingsvlucht naar een expeditie van die zelfde Umberto Nobile die met een luchtschip in de omgeving van Spitsbergen was verongelukt. Men neemt aan Amundsen met zijn vliegtuig is neergestort. Noch Amundsen, noch zijn vliegtuig zijn ooit gevonden.

Dodelijke sneeuwstorm
Amundsen mag dan tragisch zijn omgekomen, met zijn collega en tevens grote rivaal uit 1911, Robert Falcon Scott, liep het helemaal slecht af. Scott was zijn expeditie begonnen in november 1911 en maakte behalve van honden, voor het vervoer ook gebruik van gemotoriseerde sleeën en pony’s. De motoren begaven het echter en ook de keuze voor pony’s bleek niet een gelukkige.  Uiteindelijk bereikte Scott met zijn vier metgezellen op 18 januari 1912 te voet de Zuidpool, waar de Noorse vlag van Amundsen al ruim een maand stond te wapperen.

Robert Falcon Scott en zijn team

Gedesillusioneerd over het feit dat hij niet de eerste mens op de Zuidpool was begon hij met zijn team aan de terugreis, die eindigde op ongeveer 11 mijl van het basiskamp. Het lichaam van Scott werd eind 1912 gevonden. Tot aan zijn dood bleek hij een dagboek te hebben bijgehouden dat naast hem werd gevonden. Op 29 maart 1912 bleek hij zijn laatste woorden te hebben geschreven: “In Gods naam, denk aan onze nabestaanden.”

Het vermoeden bestaat dat Scott is overvallen door een sneeuwstorm en de daarmee gepaard gaande koude (ruim 40 graden onder nul) niet heeft overleefd. Dat klinkt aannemelijk. In ieder geval aannemelijker dan dat hij per ongeluk een boze twee meter hoge mega-pinguïn tegen het lijf is gelopen.

Het graf van Robert Falcon Scott, Henry Robertson Bowers en Edward Adrian Wilson
Cookieinstellingen