Vrijspraak voor diefstal merksportkleding

Noorder Arcade, waar Telstar Sport zit.
Noorder Arcade, waar Telstar Sport zit.
Foto: commons.wikipedia.org

“Ik geloof u niet.” De Alkmaarse politierechter kan niet duidelijker zijn. Toch komt Robert K. (49) er af met een vrijspraak voor diefstal of heling van twee trainingspakken van Björn Borg uit de Telstar Sport-megastore op Overstad in Alkmaar.  

De merksportkleding, verpakt in plastic tasjes, ligt in de achterbak van K.’s auto op 12 september 2014. Haarlemmer K. en zijn Amsterdamse vriend Jalal F. (45) – ze kennen elkaar uit het hoofdstedelijke casino waar K. al 23 jaar werkt – zijn dan net gearresteerd bij de Saturn in Heerhugowaard.

In die winkel wil Iraniër F. een I-pad stelen met hulp van een zogenoemde ontsaver, waarmee de beveiligingsclip op artikelen kan worden ontgrendeld. Hij staakt zijn poging, als hij bemerkt dat een verkoper hem in de smiezen heeft en legt het apparaat terug. Het is echter te laat, de politie is al gewaarschuwd.

Buit

Als ze de wagen waarmee de verdachten zijn gekomen doorzoeken, komen ze de buit van diverse diefstallen tegen. Van de meeste spullen is echter geen aangifte gedaan, zodat ze niet tot een gedupeerde zijn te herleiden. Alleen van de Borg-trainingspakken is zeker dat ze op of kort voor die twaalfde september zijn gejat in Alkmaar. Bovendien blijkt K. 3,4 gram cocaïne in bezit te hebben.

Bij de politie hangen de twee tegenstrijdige verhalen op. K. houdt vol dat F. de plastic zakjes in zijn auto heeft gelegd: “Ik heb niet gevraagd en dus niet geweten wat er in zat.” F. bezweert dat hij geen tassen bij zich heeft als hij die ochtend instapt bij K. De recherche betrapt hen op een keiharde leugen. Ze zeggen dat K. naar Schagen is gereden om F. daar op te pikken. Uit onderzoek naar het mobiele telefoonverkeer blijkt onomstotelijk dat geen beiden die dag in Schagen is geweest.

In de rechtszaal laat F. zijn gezicht niet zien. K. blijft er bij het Schagen-verhaal, bepleit zijn onschuld voor de Alkmaarse kwestie en smeekt hem geen strafblad te bezorgen, “omdat ik dan grote problemen op mijn werk krijg.” De rechter wikt en weegt. De vaker veroordeelde F. krijgt overeenkomstig de eis twee weken celstraf voorwaardelijk voor de diefstalpoging bij de Saturn en de heling van de sportkleding.

“Bij dat laatste ga ik af op wat u verklaart”, zegt ze tegen K., “Maar dat wil niet zeggen dat ik u geloof. Zeker niet aangaande Schagen. In tegenstelling tot de officier van justitie, die diefstal in Alkmaar niet, maar heling bij u wel bewezen acht, spreek ik u wel van beide vrij.” K. verheugt zich te vroeg. “Voor het bezit van de harddrugs, want dat is strafbaar, leg ik u een boete op van 400 euro.” Dus toch een strafblad, al hoeft hij de geëiste 40 uur werkstraf niet uit te voeren.

 

Cookieinstellingen