Verhaal van de Dag: Bij de tijd

Foto: Wikipedia

Het Verhaal van de Dag neemt je vandaag 20 jaar mee terug in de tijd, naar 5 januari 1999 toen het testament openbaar werd van de bijna 200 jaar eerder overleden Haarlemse klokkenmaker Johannes Coelombie.

(tekst: Wim Meijer)

Vandaag 20 jaar geleden, op 5 januari 1999, werd het testament openbaar van de Haarlemse klokkenmaker Johannes Coelombie, 194 jaar na zijn overlijden. In bijna 2 eeuwen tijd was nalatenschap gegroeid van zestienduizend gulden tot 9,2 miljoen… en dat viel vies tegen!

De onbeschaamde bedelarije uitroeijen, de armen en noodlijdenden in hun nooddruft verzorgen, aan de kost te helpen en in hun eigen onderhoud helpen voorzien

Dat was de intentie van de Haarlemse klokkenmaker Johannes Coelombie, die op 7 mei 1805 overleed. De man, een weduwnaar zonder kinderen, leefde in een tijd die zich kenmerkte door grote armoede. Nederland was bezet door de Fransen onder Napoleon Bonaparte, de traditionele linnen- en brouwerijindustrie was ingestort en Coelombie moest toezien hoe Haarlem, zijn stad, werd overspoeld door bedelaars.

Haarlem in de tijd van Johannes Coelombie, eind 18e eeuw (foto: Noord-Hollands Archief)

200 jaar beleggen
Omdat hij geen kinderen had, besloot Coelombie zijn nalatenschap in te zetten ter bestrijding van die armoede. Hij realiseerde zich echter dat hij met zijn vermogen van zestienduizend gulden onvoldoende middelen had om al zijn idealen te verwezenlijken. De oplossing die hij hiervoor bedacht was dat het vermogen tijd moest krijgen om te groeien. En díe tijd nam hij: Maar liefst 200 jaar!

Testament
De Coelombie ontpopte zich als iemand met een buitengewoon sociale instelling en tevens als iemand met een bijna obsessionele regeldrang. Voor zijn dood stelde hij een testament op waarin hij het volgende regelde:

  • Vanuit de nalatenschap moesten zijn twee dienstbodes en de knecht een soort pensioen ontvangen tot hun dood.
  • Het verdere vermogen moest gedurende 200 jaar worden belegd (of 140 jaar na het overlijden van de laatste dienstbode/knecht)
  • Na die 200 jaar moest het vermogen worden gebruikt om fabrieken op te zetten voor de productie van wollen doek, linnen en kousen. Verder moest er een spijkerfabriek, een slotenmakerij en een klokkenmakerij komen, alsmede een schapenboerderij voor de productie van wol.
  • De arbeiders van de fabrieken en werkplaatsen moesten afkomstig zijn uit arme gezinnen.
  • Om uitbuiting te voorkomen moesten de arbeiders tenminste 1 gulden per dag verdienen.
  • De erfgenamen die gedurende 200 jaar het vermogen moesten beheren en vervolgens de wensen van Coelombie ten uitvoer moesten brengen, waren het Nederduisch Gereformeerde Diaconiehuis, het Lutherse Weeshuis en het Roomsche Godshuis, genaamd Sint Jacob

Op 4 januari 1859 overleed de laatste dienstbode Josina Steekers. En dat betekende dat op 5 januari 1999 eindelijk het testament van Johannes Coelombie openbaar gemaakt werd, waarmee ook bekend zou worden tot welk bedrag die 16000 gulden zou zijn uitgegroeid. De verwachtingen waren hooggespannen. Alleen al uitgaande van een gemiddeld rendement op spaargeld (4%) zouden die zestienduizend gulden al zijn uitgegroeid tot ongeveer 32 miljoen gulden. Sommige pensioenfondsen en verzekeraars claimden zelfs jaarlijks rendementen te maken rond de 8%, wat na 200 jaar zou hebben kunnen leiden tot een eindvermogen van rond de 50 miljard gulden.

Dubbel gevoel
Het was niet vreemd dat er toch sprake was van enig dubbel gevoel, toen bekend werd dat de belegging uiteindelijk had geleid tot een eindkapitaal van 9,2 miljoen gulden (4,14 miljoen euro) Weliswaar was er de blijdschap over het grote bedrag dat ingezet kon worden voor de door Coelombie beoogde doelen, anderzijds hadden de vermogensbeheerders in de laatste 200 jaar iets verkeerd gedaan.

Tabaksverkoper als vermogensbeheerder
De tijd heeft geleerd dat ook professionele beleggers de fout in kunnen gaan. Maar bij de beheerders van het Coelombie-fonds (mensen uit het Haarlemse bedrijfsleven, zoals een tabaksverkoper, kleermaker, boekhandelaar, kruidenier, arts, apotheker, aannemer en een azijnfabrikant) ontbrak het toch wel ernstig aan kennis op het gebied van beleggingen. Met name het spreiden van de risico’s bleek geen sterk punt van de heren.

Zo bestond vlak voor de Eerste Wereldoorlog het fonds voor bijna de helft uit Russische Staatsobligaties en aandelen Russische Spoorwegen. Door de Russische Revolutie van 1917 verloren deze obligaties en aandelen nagenoeg hun hele waarde.

Aandelen Russische Spoorwegen… desastreus voor de Coelombie-nalatenschap (foto: Wikipedia)

Ook andere aspecten speelden een rol in de waardevermindering van het Coelombievermogen, zoals de beurskrach van 1929, waarbij de waarde van de aandelen in 3 jaar tijd bijna 90% daalde. En dan, niet te vergeten, de Tweede Wereldoorlog.

Werknemer van Wall Street ruimt de beursvloer na de crash op 24 oktober 1929 (foto: Flickr)

Slechts één miljoen gulden na 180 jaar
In 1980 was de waarde van de nalatenschap nog ‘slechts’ 1 miljoen gulden. Het lukte de vermogensbeheerders om het in de daarop volgende 19 jaar nog uit te laten groeien tot de uiteindelijke 9,2 miljoen gulden, die kon worden verdeeld over de drie erfgenamen.

Helaas bleek het vermogen ook nu te klein om daadwerkelijk alles uit te voeren wat Coelombie voor ogen had. De drie organisatie zetten het geld nu in voor projecten voor de opvang van dak- en thuislozen, de zorg voor ouderen, gevangenen en jongeren en voor werkgelegenheidsprojecten voor jongeren.

Warren Buffet deed het beter
Overigens is Coulombie niet de enige zakenman met een sociaal hart. Zo maakte de Amerikaanse beleggingsgoeroe Warren Buffett op 26 juni 2006 bekend dat hij 37 miljard dollar zou geven aan liefdadigheidsorganisaties.

Hij kon ’t missen, want zijn huidige vermogen wordt nog steeds geschat op 81,5 miljard dollar, een vermogen dat hij in 60 jaar vergaarde door te beleggen op de beurs. Daar kunnen de vermogensbeheerders van Johannes Coelombie een voorbeeld aan nemen.

Johannes Coelombie werd begraven in het Noordentransept van de oude St. Bavokerk te Haarlem waar zijn graf nog steeds te vinden is.

(foto: Charles Duijff)

Cookieinstellingen