Verhaal van de Dag: Waar zouden we zijn zonder de paraplu?

Vandaag, 10 februari, is een speciale dag op de internationale agenda, want wereldwijd vieren we ‘Umbrella Day’.  Jawel, een dag waarop we de paraplu (resp. parasol) nadrukkelijk in het zonnetje zetten en daar een klein feestje omheen bouwen.

(tekst: Wim Meijer / foto’s: Unsplash, Pixabay en Wikipedia)

Toch, in hoeverre de paraplu nu echt reden is voor een feestje, wens ik persoonlijk toch te betwijfelen. Want naast bescherming bezorgt dit draagbare afdakje mij ook een behoorlijke overdosis ergernis.

Oude Grieken
Terugkijkend in de geschiedenis, zien we dat de ‘umbrella’ niet echt een ‘noviteit’ is. Schilderingen uit de tijd van de oude Grieken, en dan praat ik over ongeveer 500 jaar voor onze jaartelling, laten al taferelen zien van parasols boven de beelden van goden en godinnen en van welgestelde Atheense vrouwen, met bediendes die hun parasol vasthielden. En ook in het oude Egypte en in China had men vroeg in de gaten dat een beetje bescherming tegen de zon geen kwaad kon.

Paraplu’s en parasols zou oud (of nog ouder) als de weg naar Rome

Witte huid
In de Westerse wereld duurde het tot de Renaissance voordat de parasol zijn intrede deed.  We praten dan over de tijd dat het hebben van een ‘witte huid’ een statussymbool was. Een witte huid betekende dat je niet buiten hoefde te werken en je tot de hogere klasse behoorde. Door het gebruik van een parasol was die witte huid dus gewaarborgd, ondanks de momenten dat men buiten verbleef.

Zonnescherm tegen de regen
Dat men dit portable-zonnescherm ook kon inzetten als regenscherm, was iets waar men in China al eerder was achter gekomen. Al eeuwen geleden zetten de Chinezen hun papieren parasols in de olie of was, waardoor deze waterbestendig werden en ter bescherming tegen de regen konden worden gebruikt. Pas in de achttiende eeuw kreeg dit trucje navolging in Groot-Brittannië, waar de vrouwen begonnen met het gebruiken van paraplu’s.Liever een nat pak dan een ‘watje’
De Britse ‘gentlemen’ zagen dit echter totaal niet zitten. Die hadden liever een nat pak dan dat ze het risico liepen voor een ‘watje’ versleten te worden. Alleen de eigenaars van koffiehuizen zagen wel heil in de paraplu, die ze gebruikten om klanten die uit hun koets stapten tegen de natuurlijke elementen te beschermen.

Pas toen de Britse koopman, reiziger, politicus en filantroop Jonas Hanway de paraplu in het openbaar ging gebruiken, kwam er een ommekeer en grepen steeds meer mannen naar de paraplu. Toen Hanway in 1786 overleed, was de paraplu bij zowel mannen als vrouwen al behoorlijk ingeburgerd. Toch duurde het nog tot 1830 voordat in Engeland de eerste umbrella-shop “James Smith and Sons” werd geopend op 53 New Oxford Street in London.

“James Smith and Sons” al sinds 1830 gevestigd op 53 New Oxford Street in London.

Samuel Fox
Probleem van de paraplu was op dat moment dat deze behoorlijk zwaar en onhandig was. Dat had alles te maken met het gebruikte materiaal: geolied canvas doek en baleinen van hout. Het gevolg was dat steeds meer paraplufabrikanten en uitvinders zich gingen richtten op het verbeteren van het ontwerp.

Halverwege de negentiende eeuw kreeg Samuel Fox het patent op een model met een licht maar stevig stalen frame, waarbij het dikke doek was vervangen door lichtere stoffen als zijde, katoen en linnen met een waslaag. Daarmee was de moderne paraplu geboren.

Drieduizend patenten
Mochten we nu denken dat hiermee de ‘ideale’ paraplu was uitgevonden, dan vrees ik toch te moeten stellen dat dàt zeker niet het geval is. Want naar mijn mening is ook nu, ruim anderhalve eeuw later, de ideale paraplu nog steeds een illusie. En dat blijkt ook wel, want iedereen lijkt nog op zoek. Alleen al bij het O.S. Patent Office in Amerika is vier man continu bezig met het registreren van patenten op paraplu`s, waarbij de teller op dit moment de drieduizend al is gepasseerd. Hierbij moeten we dan denken aan bijvoorbeeld ultra lichte, opvouwbare, onbreekbare, stormbestendige, diervriendelijke, voetenbeschermende, doorzichtige of lichtgevende paraplu’s, met alle mogelijk varianten hierop.

Alle soorten paraplu’s in het huidige straatbeeld.

Verre van ideaal
Ondanks alle ideeën constateer ik dat ik nog steeds niet blij word van een paraplu. Ja, het helpt enigszins tegen het nat worden door regen, maar als het waait (en dat doet ’t meestal als het regent) dan valt dat voordeel in het niet ten opzichte van het ongemak van de worstelpartij met ‘meneer Beaufort’. Ik zie niet waar ik loop, prik mijn medevoetgangers de ogen uit, blijf van boven droog terwijl mijn broekspijpen tweemaal zo nat worden, en aan het eind van de dag laat ik de paraplu ook nog in de trein liggen.

8o.ooo paraplu’s blijven jaarlijks achter in de trein
Wat dat laatste betreft ben ik zeker niet de enige. Het feit dat de parapluhandel het eeuwige leven lijkt te hebben, komt voort uit twee dingen: doordat de storm wint, waardoor de eigenaar van de paraplu ontluisterd in de regen achterblijft met een afgetuigd stokje en een aantal verdwaalde baleinen, òf doordat de paraplu wordt vergeten in het openbaar vervoer. Een kleine indicatie: In de Londonse metro blijven jaarlijks 80 duizend paraplu’s achter. Naai ze aan elkaar en je kunt heel Londen overdekken.

Paraplu’s en parasols bron van inspiratie voor kunstenaars

Voor regen en artistieke doeleinden
Onhandig of niet, wel of niet functioneel, het doet niets af aan het feit dat de paraplu zijn vaste plek heeft veroverd in onze samenleving. Niet alleen in praktische zin maar ook in kunstuitingen zoals films (Charlie Chaplin, Mary Poppins, Singing in the Rain en Les Parapluies de Cherbourg) in muziek en in beeldende kunst (schilderijen, beeldhouwwerken) en zelf als overkapping van de zonovergoten Portugese winkelstraten van Águeda.

Al met al reden genoeg om de ‘Umbrella’ één dag per jaar in het zonnetje te zetten.

Cookieinstellingen