Ere-insigne in goud van de stad Alkmaar’ voor Jos Krieckaert

ALKMAAR - Afgelopen dinsdagavond, op 25 februari 2025, reikte wethouder Anjo van de Ven het ‘Ere-insigne in goud van de stad Alkmaar’ uit aan de heer Jos Krieckaert. Hij heeft zich sinds 2013 ingezet als vrijwilliger voor Stichting Behoud Grote Kerk als secretaris en penningmeester en is van 2018 toto 2023 betrokken geweest bij de Stichting Het Grote Raam.

(bron: Gemeente Alkmaar / foto: Jan Jong – aangeleverd)

Wethouder Van de Ven sprak hem toe: “Jos, sinds jouw benoeming op 23 januari 2013, in de dubbele rol van secretaris en penningmeester bij de Stichting Behoud Grote Kerk Alkmaar, heb je jezelf in die twee functies niet alleen een onmiskenbare kracht achter de schermen gemaakt, maar ook een verbindende schakel, die er, samen met de rest van het bestuur voor heeft gezorgd dat deze waardevolle en bijzondere huiskamer van Alkmaar, zijn plek behield in onze samenleving.”

Stichting Behoud Grote Kerk Alkmaar, opgericht op 27 oktober 1986, is sinds 6 oktober 1999 eigenaar van de Grote Kerk Alkmaar. Het bestuur van deze stichting, dat uit professionele betrokkenen vrijwilligers bestaat, is verantwoordelijk voor de instandhouding van dit belangrijke rijksmonument.

De dubbelfunctie wist Jos op een goede manier te combineren en was ook bij de realisatie van Het Grote Raam een belangrijke verbindende schakel met de stichting. Met als kroon op zijn werk; de onthulling van het kunstwerk van Fiona Tan – Het Grote Raam – ter gelegenheid van 450 jaar Alkmaar Ontzet op 6 oktober 2023.

Jos is per 23 januari 2025 afgetreden als bestuurslid. Zijn afscheid vond plaats op 25 februari tijdens een diner in klein gezelschap.

Wethouder Van de Ven sloot af met de woorden: “Gefeliciteerd, Jos. Dit is een welverdiende kroon op je werk. Een onderscheiding voor alles wat je hebt gedaan, en ik ben je dankbaar voor de energie en toewijding die je hebt geleverd. We zullen je missen als bestuurder, maar we weten dat je altijd verbonden zult blijven met de Grote Kerk en met Alkmaar.”